Op 29 maart zal de Britse premier Theresa May Brussel officieel op de hoogte brengen van de brexit: het verlaten van de Europese Unie door het Verenigd Koninkrijk. Ze had al vaker gezegd eind maart als deadline te zien voor de door het vorig jaar juni gehouden referendum onvermijdelijke uittocht van de Britten uit de EU. Daarvoor behaalden zij een nipte meerderheid van nog geen 52 procent, bij een magere opkomst van zo’n 72 procent.
Opvallend was dat Schotland in zijn geheel en een groot deel van regio Londen tegen uittreding stemden. Europa wacht sindsdien af: volgens artikel 50 van het Verdrag van Lissabon (2009) kunnen onderhandelingen over de nieuwe relatie tussen de EU en de vertrekkende lidstaat pas beginnen na officiële opzegging. De brexit zal daarna in twee jaar geregeld moeten worden: in maart 2019 moet de UK van de EU zijn losgekoppeld en kan het naar eigen believen zelfstandig ronddobberen in de Atlantische Oceaan. Misschien gaan de Britten minder vrolijk ronddobberen dan waar ze tijdens het referendum op hoopten: meerdere banken overwegen de London City de rug toe te keren als de brexit een feit is en Schotland beraamt zich op een eigen referendum.