De twee vrouwen van de Russische punkband Pussy Riot die in de cel zaten, zijn maandagochtend vrijgelaten. Ze hebben beiden gratie gekregen. In maart 2012 werden ze veroordeeld tot twee jaar celstraf, omdat ze een protestlied tegen president Poetin hadden gezongen in de kathedraal van Moskou. Als eerste kwam Maria Alochina vrij uit een strafkamp in de stad Nizjny Novgorod. Ze wil haar leven gaan wijden aan de verdediging van mensenrechten, zei ze in een interview met de Russische tv-zender Dozhd. Later in de ochtend kwam ook Nadezjda Tolokonnikova vrij.
Het Russische parlement nam afgelopen week een amnestiewet aan, waardoor duizenden Russen vrijkomen, voornamelijk minderjarige, invaliden, veteranen, zwangere vrouwen en vrouwen met kinderen. De leden van Pussy Riot hebben beiden kinderen. Volgens critici is de amnestie zo kort voor de Olympische Winterspelen in Sotsji een poging van het Kremlin is zich van haar zachtere kant te laten zien. Een aantal westerse regeringsleiders en staatshoofden hebben al aangekondigd niet naar de Spelen te komen, uit protest tegen de manier waarop in Rusland met mensenrechten wordt omgegaan.
Afgelopen weekend kwam ook olietycoon Michail Chodorkovski na tien jaar vrij, officieel omdat zijn moeder ernstig ziek is. Onmiddellijk na zijn vrijlating vloog hij naar Berlijn, zei niet terug te gaan in de Russische politiek, maar zich in te willen zetten voor de vrijlating van politieke gevangenen in zijn land.
