Sinds middernacht is Zuid-Sudan een onafhankelijke republiek. In de nieuwe hoofdstad Juba is voor het eerst de eigen vlag (zie afbeelding) gehesen. Een groot volksfeest barstte los; Zuid-Soedanezen gingen massaal de straat op en dromden samen op het feestterrein. Hoogwaardigheidsbekleders woonden de ceremonie bij, onder wie VN-chef Ban-Ki-Moon, de Amerikaanse oud-minister van buitenlandse zaken Colin Powell en een delegatie uit China. President Bashir, die tot middernacht leider van het verenigde Sudan was, heeft de nieuwe president Salva Kiir van Zuid-Sudan gefeliciteerd en als eerste het land officieel erkend.
Beide landen onderhandelen nog over de verdeling van de olie-inkomsten, de staatsschuld van 28 miljard euro en het precieze verloop van de grens. Twee burgeroorlogen in vijftig jaar tijd tussen de zwarte stammen van het zuiden en de Arabieren in het noorden gingen aan de onafhankelijkheid vooraf. De laatste burgeroorlog tussen 1983 en 2005 kostte naar schatting aan twee miljoen mensen het leven. Zuid-Sudan is rijk aan olie, maar ook een van de armste en minst ontwikkelde landen ter wereld. In de grensregio wordt nog steeds gevochten; langs grote delen van de grens hebben noord en zuid troepen gestationeerd. Volgende week zullen de Verenigde Naties de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan erkennen, waarmee het officieel het 193e land ter wereld en de 54e lidstaat van Afrika wordt.
