Op Terschelling is een scheepswrak aangespoeld met een kostbare schat erin: zo’n 300 kilo koperen staven, duizenden kralen, ruim veertig koperen pannen, pot- en flesscherven. De vondst stamt vermoedelijk uit de 18e eeuw, denkt conservator en directeur Frans Schot van museum Behouden Huys op het Waddeneiland. Hij zei dat er wel vaker een wrak aanspoelt, maar bijna nooit met een lading aan boord. Een vrijwillige vogelwachter van Staatsbosbeheer deed de vondst twee geleden in de vloedlijn, toen hij met zijn vrouw op het natuurreservaat Boschplaat rondliep.
Op de bodem van de houten sloep vond hij tussen het zand duizenden kralen van glas en van been. Samen haalden ze de kralen uit het zand. De rest van de lading werd enkele dagen later opgehaald met behulp van collega’s, een auto en een takel en naar het Behouden Huys gebracht; het wrak is verdwenen in zee. De herkomst van het wrak of de lading is nog niet zeker, maar Schot heeft zijn vermoedens. De kralen zijn volgens deskundigen in de 18e eeuw in Venetië of Amsterdam gemaakt en werden gebruikt als betaalmiddel door onder andere de West Indische Compagnie. Scherven van handgeblazen glas komen vermoedelijk uit de 17e eeuw. De bundels koperstaven werden bijeengehouden door koperdraden met daaraan een loodje, waarop een tweekoppige adelaar staat. Die afbeelding komt voor in wapens van de gemeente Groningen en Nijmegen en in Duitsland.
