Oud-minister Max van der Stoel is gisteren na een kort ziekbed overleden. Hij werd 86 jaar. Van der Stoel (PvdA) was een grote autoriteit als minister van Buitenlandse Zaken (BuZa), maar ook daarna. Hij was voorvechter van vrijheid, mensenrechten en democratie. Als volksvertegenwoordiger en als minister streed hij tegen zowel rechtse als linkse dictaturen. Na zijn ministerschap werd Van der Stoel ambassadeur van Nederland bij de Verenigde Naties (VN) en Hoge Commissaris voor de Minderheden van de Organisatie voor Vrede en Samenwerking in Europa (OVSE). In 1991 werd hij benoemd tot minister van Staat.
‘Nederland verliest een icoon op het gebied van mensenrechten’, reageerde premier Rutte. Hij was een gevierd man in Griekenland, omdat hij een vernietigend rapport had geschreven over de militaire junta die va 1967 tot 1973 in het land de dienst uitmaakte. In 2001 wist hij de vader van Máxima te overreden om niet op het huwelijk van zijn dochter met prins Willem-Alexander te verschijnen. Met zijn juntaverleden in Argentinië was vader Jorge Zorreguieta persona non grata in Nederland. Van der Stoel voorkwam daarmee een koningscrisis. Hij was van 1960 tot 1965 lid van de Eerste kamer voor de PvdA en werd in 1965 staatssecretaris van BuZa in het kabinet-Cals. Toen dat een jaar later viel, was hij tot 1973 lid van de Tweede Kamer. Van 1973 tot 1977 was hij minister van BuZa in het kabinet-Den Uyl. Daarna kwam hij terug in de kamer en van 1981 tot 1982 was hij opnieuw minister van BuZa in het Tweede kabinet-Van Agt.
