Bij twee bomaanslagen in het centrum van de Turkse hoofdstad Ankara zijn zeker 86 doden en 186 gewonden gevallen. Eerder was er sprake van 30 doden. De regering spreekt van een terreuraanslag, maar het is nog niet duidelijk of de aanslagen het werk zijn van zelfmoordterroristen. De explosie vond plaats in de buurt van het belangrijkste treinstation van de stad, waar een vredesmars op het punt stond om te beginnen.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken veroordeelde de aanslag en noemde het ‘een aanval op de democratie en de vrede in Turkije’. De vredesmars was georganiseerd door de ambtenarenvakbond en een aantal maatschappelijke organisaties en was gericht tegen het opgelaaide geweld tussen het Turkse leger en de Koerdische opstandelingen. Op de betoging kwamen veel aanhangers van de pro-Koerdische partij HDP af.