De Arabische Liga gaat een gezamenlijke strijdmacht instellen die dreigingen in het Midden-Oosten moet aanpakken, met name van terroristische groepen. Dat is besloten op de tweedaagse Liga-top in Egypte. Het idee voor zo’n leger komt van de Egyptische president Sisi.
De nieuwe interventiemacht moet zo’n 40.000 man gaan tellen: elitetroepen die worden ondersteund vanuit de lucht en vanaf zee.
Bijdragen aan de strijdmacht zijn vrijwillig. Het is nog niet duidelijk of alle 22 lidstaten van de Liga eraan mee zullen doen. Eerdere pogingen om tot een gezamenlijke strijdmacht te komen, sneuvelden. Een opeenstapeling van conflicten heeft het Midden-Oosten op zijn zachtst gezegd instabiel gemaakt.
In Syrië zijn in ruim vier jaar meer dan 220.000 mensen om het leven gekomen door de burgeroorlog tussen aanhangers van president Assad, terreurbewegingen IS en Al-Nusra en kleinere rebellenbewegingen. In Libië heerst chaos, omdat het land uiteen is gevallen in twee rivaliserende regeringen in Tripoli en in het oosten van het land. IS maakt gebruik van het machtsvacuüm en pleegt aanslagen in Libië. In Jemen hebben shiitische rebellen een coup gepleegd in de hoofdstad Sana en flinke delen van het land in handen. Als reactie hierop voeren tien landen onder leiding van Saoedi-Arabië luchtaanvallen op de rebellen.
