Paus Johannes-Paulus II en Johannes XXIII worden op 27 april 2014 gecanoniseerd: heilig verklaard. Daarvoor moet iemand twee aanwijsbare wonderen hebben verricht. Bij Johannes-Paulus II, die paus was van 1985 tot 2005, gold één wonder al als bewezen: de acht jaar geleden overleden paus heeft naar verluid een non met de ziekte van Parkinson genezen. Daardoor was hij al zalig verklaard, sneller dan die van moeder Teresa.
Nu heeft het Vaticaan een tweede wonder goedgekeurd en komt hij in aanmerking voor een heiligverklaring. Dat is – acht jaar na zijn dood – snel volgens katholieke begrippen.
Johannes-Paulus II werd als Karol Jósef Wojtyla geboren in Polen. Van de 264 pausen werd één op de drie uiteindelijk heilig verklaard, waarvan de meesten in de eerste eeuwen van het christendom. Johannes XXIII was paus van 1958 tot 1963. Hij riep het tweede Vaticaans Concilie bijeen, maar een wonder – laat staan twee – is nooit aangetoond. Paus Franciscus heeft voor dit ‘bijzondere geval’ een uitzondering gemaakt. Waarom is niet duidelijk. Johannes XXIII werd als Angelo Guiseppe Roncalli in 1881 geboren in de buurt van Bergamo. Hij werd door Johannes Paulus II in 2000 zalig verklaard, op grond van een wonder, waarbij een Italiaanse zuster van ernstige maagbloedingen genas nadat zij een afbeelding van de overleden paus op haar buik had gelegd.
