Het Leger des Heils bestaat 125 jaar. Zaterdag 28 januari trakteerde de organisatie het publiek op soep. Daarmee wil het Leger voor de steun van het Nederlandse volk. Al 125 jaar staat de combinatie ‘soup, soap and salvation’ centraal. De landelijke aftrap vond plaats in het centrum van Almere, waar het hoofdkwartier staat. Dit jaar staan onder meer de Warme Truiendag op 10 februari, het Jubileumweekend in Amsterdam (11-13 mei) en veel landelijke en lokale activiteiten op het programma.
Op 8 mei 1887 hield het Leger des Heils zijn eerste Nederlandse evangelisatie bijeenkomst in de Amsterdamse wijk de Pijp. In de jaren daarna groeide de dienstverlening en werd het Leger op steeds meer terreinen actief. Momenteel telt het leger in Nederland meer dan 5.500 professionals en bijna 6.000 vrijwilligers, om zorg te verlenen aan mensen die geen hulp hebben. Vooral majoor Bosschardt en haar Goodwill-centrum in Amsterdam gaven het Leger des Heils na de oorlog een gezicht. Ze overleed in 2007 op 94-jarige leeftijd. Bosschardt werd een nationale figuur toen ze in 1959 op tv verscheen en in 1965 samen met prinses Beatrix werd gespot toen ze samen de Strijdkreet verkochten in Amsterdamse kroegen (zie foto).
In 1865 richtte de Brit William Booth met zijn vrouw de ‘Christian Mission’ op en bood op zondagen hulp in het Londense East End. Hij opende ook een soepkeuken. In 1878 veranderde de naam van de organisatie naar Leger des Heils (The Salvation Army). De structuur werd zoals die in het leger was. Booth en de andere heilsoldaten in Gods leger trokken uniformen aan. Booth werd de generaal, de andere evangelisten kregen hun bijbehorende rang. Booth stichtte posten in 58 verschillende landen en kolonies Nederland kreeg een eigen leger in 1887, België volgde in 1889. Inmiddels werkt het leger des Heils in bijna 125 landen over de hele wereld.
