De Britse premier Theresa May (60) was zo zeker van een monsteroverwinning voor haar Conservatieve Partij, dat ze zeven weken geleden verkiezingen uitschreef, om meer armslag te krijgen bij de komende brexit-onderhandelingen. Labour dreigde onder Jeremy Corbyn een gigantisch verlies te zullen incasseren. Het pakte anders uit: de uitslagen leidden tot een ‘hung Parliament‘: geen enkele partij heeft een meerderheid.
Labour haalde met 40 procent de beste score sinds 2001 en de Conservatieven verloren zetels en wil een linkse minderheidsregering vormen. Corbyn vindt dat May moet aftreden. De opkomst is het 68,7 procent de hoogste in twintig jaar: dat zou erop duiden dat Corbyn veel jonge kiezers naar de stembus wist te krijgen. De Conservatieven blijven wel de grootste partij van het land; May gaat dan ook de Queen toestemming vragen voor de vorming van een kabinet. Een meerderheid in het parlement is ze kwijt, dus ze moet op zoek naar een coalitiepartner. De Noord-Ierse unionistische partij DUP haalde 10 zetels en voelt wel voor ‘informele steun’: de coalitie zou dan een kleine meerderheid hebben.
De toekomst lijkt nu nóg onzekerder. May kan haar beloofde ‘harde brexit’ wel vergeten. EU-commissaris Günther Oettinger denkt niet dat de brexit-onderhandelingen op tijd kunnen beginnen, omdat er eerst een regering gevormd moet worden. Officieel moeten de onderhandelingen op 10 juni beginnen. EU-president Donald Tusk herinnert de Britten eraan dat de ‘klok van de onderhandelingen over de brexit blijft tikken.’ Het Britse pond zakte vanochtend weg ten opzichte van de euro: op het dieptepunt stond het pond meer dan 2 procent lager.
