In de Syrische stad Aleppo braken woensdag opnieuw hevige gevechten uit: het dinsdag afgekondigde bestand werkte niet. Na zware luchtbombardementen rukken Syrische troepen met hun bondgenoten op in het oosten van de stad en verkleinen het gebied van de rebellen meer en meer. In dat slinkende gebied zitten zo’n vijftigduizend wanhopige burgers vast: zij smeken de internationale gemeenschap eeneinde aan deze ramp te maken.
De Syrische regering en de rebellen gaven elkaar de schuld van het mislukken van het staakt-het-vuren. Iran, naast Rusland de belangrijkste bondgenoot van het regime van president Assad, zou niets voor een bestand voelen, kort voor de eindoverwinning in zicht lijkt. In Europese steden gingen mensen de straat op om te protesteren. De Amerikaanse VN-ambassadeur Samantha Power haalde tijdens een vergadering van de VN-veiligheidsraad scherp uit naar Assad en zijn Russische en Iraanse bondgenoten en vroeg hen of er ‘letterlijk niets is waarvoor ze zich zouden moeten kunnen schamen’.
Donderdag is begonnen gewonden en rebellen ut Oost-Aleppo te evacueren. Ambulances van het Rode Kruis en bussen trekken de stad in om mensen op te halen. Rebellen in Aleppo bevestigen dat er woensdag on 02.30 uur lokale tijd een bestand is ingegaan. De situatie is onoverzichtelijk. Er zou op auto’s met zieken en gewonden zijn geschoten die vanuit het oosten naar het westen van de stad op weg zijn.
