De Surinaamse president Desi Bouterse blokkeert opnieuw het proces van de Decembermoorden. Onder het mom van ‘staatsveiligheid‘ probeert de ex-legerleiding te voorkomen dat de krijgsraad het proces hervat. Bouterse is zelf hoofdverdachte. Het proces startte in 2007, maar werd in 2012 door het parlement – waarin de NPD van Bouterse een meerderheid had – door een amnestiewet lamgelegd.
Donderdag zou het Decemberproces worden hervat en zou de militaire aanklager beginnen met zijn strafeis tegen Bouterse en consorten die de moord op 15 tegenstanders in 1982 op hun geweten hebben. Bouterse beroept zich op grondwetsartikel 148. Daarin staat dat de president ‘in het belang van staatsveiligheid in concrete gevallen’ de leiding van het Openbaar Ministerie bevelen mag geven bij de vervolging van verdachten. Het is onbekend welke opdracht de president de procureur-generaal heeft gegeven. Bouterse beweert dat Suriname in ‘een constitutionele crisis’ verkeert sinds het proces tegen hem is hervat. Het is de vraag of de krijgsraad nu nog iets kan doen, nu het OM de vervolging beëindigt van Bouterse en 24 andere verdachten voor hun betrokkenheid bij de Decembermoorden. Nabestaanden van de slachtoffers hebben gezegd dat ze naar geldschieters als het IMF en andere internationale organisaties zullen gaan.
