Donderdag 26 januari viert Australië haar nationale feestdag: Australia Day, de dag waarop in 1788 de eerste Eerste Vloot Sydney bereikte. Een vloot van elf boten vertrok een jaar eerder vanuit Groot-Brittannië, om een kolonie te stichten in New South Wales. Vuurwerk legde de tenniskraker tussen Federer en Nadal tijdelijk stil: de halve finale van het Australia Open in Melbourne. Tot ergernis van de spelers en tot verbijstering van de NOS reporter die er de hele verdere wedstrijd over doorzeurde. Mij lijkt dat verdacht veel op zelfoverschatting: groot toernooi of niet, buiten het stonden zo’n slordige miljoen feestvierders op het vuurwerk te wachten. Moesten die dan maar wachten tot het potje tennis voorbij was, dat nog uren zou kunnen duren?
Australia Day markeert de start van de Europese kolonisatie en daarmee van het moderne Australië. Juist op deze dag stelt het land de vraag wat nu eigenlijk typisch Australisch is. Een lastige vraag, met zoveel inwoners van Aziatische komaf en de Aboriginals, de oorspronkelijke bewoners. Voor hen is het geen feestdag, maar een herdenking van de dag waarop de witte man hun land binnenviel en bezette. Er waren dan ook rellen in de hoofdstad Canberra. Daar staat al veertig jaar een container op de stoep van het parlementsgebouw, de Aboriginal Tent Embassy. De ambassade is een protest tegen discriminatie en achterstand. Voor veel Australiërs is deze dag – down under is het hartje zomer – een dag om te barbecuen op de stranden en in de parken.
