De Maleisische oppositieleider Anwar Ibrahim is vandaag vrijgesprokenvan sodomie: homoseks. De invloedrijke Anwar zou in 2008 een 26-jarige assisten hebben verkracht en riskeerde twintig jaar de gevangenisstraf. Dat zou de zittende premier Najib Razak hebben verlost van een lastige rivaal. De beschuldiging kwam een paar maanden nadat Anwar met zijn verbond van drie oppositiepartijen de grootste verkiezings-overwinning sinds 1957 behaalde en de zittende regering-Razak de tweederde meerderheid verloor. Het leek verdacht veel op een politiek proces, te meer omdat Anwar eerder ook al eens ten onrechte van sodomie werd beschuldigd.
Hij was van 1993 tot en met 1998 vice-premier van het overwegend islamitische land en werd toen ontslagen en later veroordeeld tot negen jaar cel wegens ‘onnatuurlijk seksgedrag’. Die aanklacht werd later ongegrond verklaard. Anwar heeft de beschuldigingen altijd ontkend en stelt dat de aanklacht deel uitmaakt van een plan van de regering om te voorkomen dat de oppositie de verkiezingen wint, iets dat de premier op zijn beurt ontkent. De Volkspartij voor Gerechtigheid (PKR) van de 63-jarige Anwar Ibrahim maakt zich sterk voor sociale gerechtigheid en tegen corruptie. Afgelopen zomer waren er protesten tegen Razak: zijn partij is al 54 jaar aan de macht. Tegenstanders riepen om meer transparante verkiezingen. Honderden mensen werden toen gearresteerd.
