Koning Willem I had een tweede, buitenechtelijk gezin met vier kinderen. Er deden altijd al genoeg verhalen de ronde over buitenechtelijke kinderen, maar dit is nieuw. Het staat in de drie biografieën over de koningen Willem I, II en III, die koning Willem-Alexander vrijdag in de Nieuwe Kerk in Amsterdam in ontvangst heeft genomen. De koning sprak van een ‘waardevol geschenk’, aan de vooravond van de viering van 200 Jaar Koninkrijk op zaterdag 30 november. Wetenschappers Jeroen Koch, Jeroen van Zanten en Dik van der Meulen hebben de drie werken geschreven. Ze kregen toegang tot de archieven van het Koninklijk Huis. Het zijn de eerste wetenschappelijke publicaties van de drie koningen.
Willem I (1771-1843) was de eerste Oranje-koning van ons land. Hij had een relatie tussen 1807 en 1812, toen hij in ballingschap buiten Nederland woonde en zijn vrouw Wilhelmina net een doodgeboren kind had gekregen. De vrouw werd hofdame van Wilhelmina, toen haar man koning werd, maar het is niet dezelfde vrouw met wie Willem trouwde na het overlijden van Wilhelmina. Zijn zoon Willem II (1792-1849) zou zijn omgekocht om in te stemmen met de grondwetsherziening van 1848, waar de macht van de koning stevig werd ingeperkt. Een aantal politici zou hebben geweten van de biseksuele geaardheid van de koning en hem hiermee hebben gechanteerd. Willem III (1817-1890) zou bijna afstand van de troon hebben gedaan, ontevreden over de nieuwe Grondwet, maar ook omdat hij liever met zijn maîtresse op het Franse platteland woonde.
