De dode man, die maandag in een weiland in de buurt van vliegveld Teuge, tussen Apeldoorn en Deventer, werd gevonden, heeft er ruim een week dood gelegen. De 48-jarige man uit Schijndel woonde alleen en stond niet als vermist geregistreerd. Parachutisten hoeven zich na een sprong niet af te melden. Ook piloten van toestellen waaruit is gesprongen, hebben geen controleplicht. Twee jagers zagen maandagmiddag het lichaam van de parachutist liggen in een weiland.
Volgens de politie had hij op zaterdag 8 december een parachutesprong gemaakt van vier kilometer hoogte. Wat er precies is gebeurd, wordt nu onderzocht. Beide parachutes die hij droeg, zijn niet opengegaan: de hoofd- en de reserveparachute zijn nooit geactiveerd. Onwel worden of zelfmoord worden niet uitgesloten, aldus een politiewoordvoerder. De kans dat een parachute tijdens een sprong niet opengaat, is één op een miljard, zei John Verduin, instructeur van Nationaal Paracentrum Teuge: ‘Dat zijn dood zo lang onopgemerkt bleef, is het meest trieste van het verhaal.’
misschien is de man gestruikeld op weg naar het vliegveld?