De Utrechtse postzegelhandelaar Willem van der Bijl was opgepakt in Noord-Korea. Hij werd er vermist, maar nu blijkt dat hij daar twee weken vastzat op verdenking van staatsgevaarlijke activiteiten. Hij had foto’s gemaakt. Vlak voor hij terug zou reizen. Werd hij met zijn lokale medewerkers opgepakt. Hij werd twee weken ondervraagd en mocht het land pas verlaten, nadat hij een verklaring had ondertekend waarin hij de beschuldigingen toegaf. Gisteren werd hij op een vliegtuig naar Peking gezet; inmiddels is hij terug in Nederland.
Van der Bijl zegt in een persverklaring dat het goed met hem gaat. Hij wil verder niets zeggen, uit angst voor het lot van zijn Noord-Koreaanse medewerkers. Vorige maand vloog hij naar de hoofdstad Pyongyang, iets dat hij al vaker had gedaan. In de regel liet hij na aankomst snel wat van zich horen, maar dit keer konden zijn vrienden en zakenpartner geen contact met hem krijgen. Ze gaven hem als vermist op. Tijdens zijn vermissing dook gij op in een artikel in de Engelstalige staatskrant The Pyongyang Times. Hij zou een stembureau hebben bezocht en ‘erg onder de indruk zijn van de Noord-Koreaanse democratie’.
